Zit je tijdens het werk letterlijk op het puntje van je stoel? Dat is niet goed. Je zit snel met een ronde rug. Zo beschadig je de wervelkolom en de tussenwervelschijven. Gebruik de volledige oppervlakte van het zitvlak. Ga zo ver mogelijk achteraan in je bureaustoel zitten. Zo dicht mogelijk tegen de rugleuning. Als je bureaustoel dat toelaat, doe je er goed aan om de zitdiepte helemaal naar je eigen lichaam in te stellen.
Plaats de zitdiepte op zo’n manier dat je er helemaal tegenaan zit en dat je een ruimte van twee vingers tussen de zitrand en de kniekeel vrijlaat. Zo zet je je lichaam in de beste houding om het bloed te laten doorstromen naar je benen. Zo vermijd je ook hinderlijke drukpunten in de knieholten. Zit je toch liever vooraan op je stoel, zonder dat de rugleuning je lichaam ondersteunt, zorg er dan voor dat je steeds rechtop zit. Dat is een even gezonde zithouding.
Zolang je de rug recht houdt en hem niet laat uitzakken tot een ronde rug.
Kan je de rugleuning niet tegen je rug aanschuiven? Plaats dan een opgerolde handdoek of een klein kussen tussen je rug en de rugleuning.
Actief zitten op een stoel zonder bewegingsmodule? Dat kan!
Met een ballon. Blaas hem op en plaats hem tussen de rugleuning en je rug.
Zo breng je je rug zittend in beweging. Eenvoudig, effectief én goedkoop.
Als het onderwerp ergonomie op kantoor of thuiskantoor je aanspreekt en je je er meer in wilt verdiepen, kan ik je mijn boek “Wellness op het werk” aanraden. Gecombineerd met humoristische tekeningen geef ik 50+1 tips om van jouw kantoor een paradijsje te maken.